
Bitcoin-miners zien dit jaar rendementen die de winsten van Bitcoin zelf overtreffen, mede dankzij snelle investeringen in infrastructuur en regelgevend momentum. Veel miningbedrijven hebben hun activiteiten opgeschaald met enorme datacentra en grote vloten van mining-rigs, vooral in regio's met goedkope en betrouwbare energie. Bovendien stimuleert de toenemende vraag naar kunstmatige intelligentie de behoefte aan hoge rekenkracht – waardoor dezelfde infrastructuur nuttig wordt voor zowel crypto-mining als AI-werklasten, wat dubbele use-cases creëert die beleggers steeds aantrekkelijker vinden.
Eén fonds in het bijzonder—WGMI—is uitgegroeid tot een sterke manier voor beleggers om blootstelling aan deze trend te krijgen. Het richt zich op bedrijven die minstens de helft van hun winst uit Bitcoin-mining halen, plus bedrijven die hardware, software en diensten leveren aan mining-operaties. Daarom wordt WGMI gezien als een gediversifieerde weddenschap: het profiteert van de opwaartse trend bij miners, maar ook van het bredere ecosysteem dat hen ondersteunt. Het bezit zelf geen Bitcoin, dus het vermijdt de volatiliteit die van de munt komt, terwijl het toch meelift op de gunstige wind van de winstgevendheid van miners en de vraag naar infrastructuur.
Toch blijven er risico's. Hoge energiekosten, regelgevende onzekerheid en de noodzaak van constante upgrades om gelijke tred te houden met de mining-moeilijkheid kunnen de marges snel uithollen. Bovendien, hoewel het institutionele en regelgevende sentiment nu gunstig is, kunnen verschuivingen in beleid of energiemarkten de winsten tenietdoen. Voor veel beleggers is de belangrijkste vraag of deze bedrijven hun zware vaste kosten kunnen omzetten in stabiele, groeiende cashflows—en of fondsen zoals WGMI kunnen blijven presteren dan direct Bitcoin bezitten.